Aumac Onderwijsadvies

Aan de slag met een Schoolpleinplan

Van politieagent naar coach en van duwen & trekken naar samen plezier beleven.

Iedere school wil graag dat hun leerlingen zich veilig voelen. Wat confronterend als uit de gegevens rondom welbevinden en sociale veiligheid blijkt, dat leerlingen zich onveilig voelen op je school.

Dit is het verhaal van een school die deze feedback terug kreeg van de leerlingen, en hoe ze dit binnen één jaar omkeerde naar fijn samenwerken in de klas en buiten heerlijk spelen en sporten met elkaar. De sociale onveiligheid was enerzijds te verklaren doordat leerlingen te weinig speel ideeën ontwikkeld hadden om gezellig met elkaar buiten te kunnen spelen. Daardoor gingen leerlingen zich op negatieve manieren vermaken door bijvoorbeeld duwspelletjes te organiseren. Je kunt er dan op wachten dat dit uitloopt op ruzie of valpartijen. Vervolgens kregen de leerlingen wisselende reacties van leraren op deze incidenten (“Los het op met elkaar, Ga maar naar binnen of Ga weer spelen”), wat de onveiligheid deed toenemen. Reden genoeg om eens stil te staan bij welk gedrag eigenlijk gewenst is, en wat dit vraagt van de houding van leraren. Deze vraag geldt natuurlijk niet alleen voor buiten, maar ook voor binnen.

 Wat levert het op:

  • Leerlingen die plezier hebben in de pauze
  • Er is een rijk aanbod van speelmogelijkheden
  • Leerlingen zijn echt aan het spelen
  • Leerlingen houden uit zichzelf rekening met elkaar ondanks de leeftijdsverschillen
  • Minder incidenten
  • Leerkrachten die surveilleren als leuk gaan ervaren
  • Een groter gevoel van sociale veiligheid

Doortrekken van de gedragsbeïnvloeding van binnen naar buiten

schoolpleinplanDe school ging actief aan de slag met een plan rondom gedragsbeïnvloeding. Eerst in de klas en daarna op het schoolplein, met als doel leerlingen weer een sociaal veilig gevoel te geven. Gedragsbeïnvloeding vraagt om een verandering in de pedagogische houding van de leraren. Het vraagt allereerst om bewustwording. Teamleden staan stil bij wat ze willen bereiken met leerlingen rondom gedrag en gaan hier expliciet naar handelen door dit gedrag te organiseren.
Dit betekent een expliciete verandering in de pedagogische houding van leraren. Zij deden dit aan de hand van de competentielijn leren denken & leren (Aumac, 2019). Iedere groep ging aan de slag met gedragsdoelen uit deze lijn. De doelen op deze competentielijn lopen op qua niveau. De school heeft, voorafgaand aan de uitvoering, het niveau dat zij met de verschillende groepen wilden behalen, met elkaar afgesproken. Dit niveau lag een stuk hoger dan wat de leerlingen op dat moment lieten zien.

De competentielijn heeft doelen op het gebied van samenwerken, denkvermogen, plannen, etc. Door doelgericht en planmatig aan gedragsdoelen te werken verandert het gedrag van de kinderen redelijk snel in de goede richting. Voor veel leraren is dit een echte eyeopener dat je gewenst gedrag gaat zien, als je dit ook heel bewust gaat organiseren vanuit een plan. De grootste uitdaging is om jezelf te houden aan de gedragsdoelen die je verwacht van leerlingen. Goed bedoeld zijn we vaak heel behulpzaam, interveniëren we bij het samenwerken, geven we leerlingen een planner of bieden we een oplossing, terwijl we eigenlijk willen stimuleren dat leerlingen zelf oplossingen gaan bedenken. Hierdoor bieden we de leerlingen simpelweg niet de gelegenheid om het zelf te proberen. Door dus structureel op tien geplande momenten per week te werken aan vooraf vastgestelde gedragsdoelen tijdens reken-, taal-, en gymlessen, ontdekken leraren dat leerlingen veel meer competenties laten zien op een hoger niveau op de competentie lijn dan voorheen. Dit is een soort van gestructureerd loslaten of anders vasthouden. Leraren in het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs geven veelal aan: “Onze leerlingen kunnen eigenlijk veel meer dan wij denken, als wij ze maar in de gelegenheid stellen dit ook te doen”. Doorgaans zie je het niveau van samenwerken, plannen, denkvermogen en zelfstandigheid bij de leerlingen binnen tien weken enorm groeien.

Dit wordt vaak opgemerkt:

“Jeetje wat kunnen de kinderen veel meer, als wij het maar organiseren.”

“Ik had nooit gedacht dat ik zo’n grote invloed had op het gedrag van leerlingen”

“Ik sta wel erg vaak te denken voor leerlingen of problemen op te lossen, dat kunnen ze echt zelf. En voor iedereen is dit veel fijner”

“Wekelijks lach ik er nog wel eens om als ik als een soort van ober de leerlingen bedien. Lief van mij, maar daar worden ze niet socialer of zelfstandiger van.”

Van binnen naar buiten….

Terug naar de school. Deze bewustwording, van organiseren van gewenst gedrag, werd doorgetrokken van binnen naar buiten. Het plein werd verdeeld in drie zones; spelzone, chillzone en sportzone. Deze drie zones komen overeen met de verschillende behoeften van leerlingen in vrije situaties. Iedere leerling mag kiezen naar welke zone hij gaat. Leerlingen mogen natuurlijk ook wisselen als ze daar zin in hebben. Het is immers pauze. Elke dag worden er sporten en spelletjes georganiseerd. Teambreed zijn er spelregels per zone afgesproken. Zo ervaren leerlingen continuïteit, ongeacht welke leerkracht surveilleert. Eigenlijk is er meer sprake van spelbegeleiding dan van surveilleren. Het stenen plein veranderde dagelijks in twee minuten naar een soort sport en spelplein.

Prachtig bouwen aan sociale veiligheid en het spelplezier van leerlingen.

Aan de slag met een Schoolpleinplan 1

Leerlingen beleven weer plezier tijdens de pauzes. Het is voor leerlingen duidelijk welke sporten of spelletjes worden georganiseerd. Leerlingen zijn nu heerlijk aan het spelen, sporten of chillen. Surveillerende leerkrachten hebben het gevoel dat de pauzes voorbij vliegen, doordat ze gezellig een spel of sport begeleiden, of genieten van hoe kinderen samen bezig zijn. “We hebben nu veel minder het gevoel te moeten fungeren als politieagent, maar meer te fungeren als coach.”, werd vaak opgemerkt.

Tevens ervaarden veel leraren dat pauze voor zowel leerlingen als leraren nu iets anders werd dan luchten. Voor leerlingen is er altijd iets te doen wat hen plezier oplevert. Door de duidelijke kaders gaan leerlingen op een heel natuurlijke manier rekening houden met leerlingen van een andere leeftijd. Zonder te vragen helpen ze elkaar in het spel of tijdens het sporten, omdat de spelregels duidelijk zijn en worden nageleefd. Eerst aangeleerd door een leraar, daarna overgenomen door leerlingen met de leraar als coach.

Leerlingen hebben ook inbreng in welke sporten of spelletjes op het plein komen. Zij geven zelf aan welke materialen nodig zijn en welke regels bij het spel horen. Dit geeft input om onbekende spelletjes tijdens de gym te oefenen met de eigen groep en vervolgens buiten met alle leerlingen door elkaar.

Wil je ook werken met een Schoolpleinplan?

Voor vragen en/of begeleiding:
Stuur gerust een mailtje naar Audrey Machielen advies@aumac.nl