Volgens wetenschappers zou hooguit 3 procent van de leerlingen dyslectisch zijn. Vreemd genoeg deed in schooljaar 2018/2019 bij 30 procent van de scholen in het basisonderwijs 10 tot 19 procent van de leerlingen de eindtoets met een dyslexieverklaring. Wat gaat er mis? Wel of niet dyslectisch, wel of niet leeszwak, het vraagt om goed aanvankelijk leesonderwijs met voldoende leeskilometers en het ontwikkelen van leesplezier. Dat kan door dagelijks te werken volgens zeven blokken. Deze basis komt vanuit de methodiek van Drs. Thoni Houtveen. Je zult zien hoe de leesresultaten stijgen en leesproblemen afnemen!
Als er op school genoeg wordt geoefend, los je vrijwel alle leesproblemen op. Herhaling is daarbij zeer effectief. Als je zwakke leerlingen wilt leren lezen, richt je dan op voldoende leeskilometers maken. Voldoende leeskilometers zult u denken? Veel leerkrachten geven ons aan dat de methode die toch wel voorschrijft. Maar niets is minder waar. Zo moeten leerlingen in kern 2 van de aanvankelijk leesmethode ongeveer 250 woorden per dag lezen en in kern 6 toch wel 750 woorden per dag. Heb jij eigenlijk een beeld hoeveel woorden dit zijn? Wij gaan niet vragen iedere dag te tellen, maar doe het voor de gein eens één keer. Dan ontdek je snel dat er veel activiteiten in de aanvankelijk leesmethode zitten die niet direct met lezen te maken hebben, maar wel leertijd kosten. Je ontdekt dan al snel dat je de methode niet meer wilt volgen zoals de lessen worden voorgeschreven. Je gaat de leerstof plaatsen in zeven blokjes van ieder een kwartier op het rooster. Voordat we toelichten wat je in ieder blok kunt halen uit iedere willekeurige aanvankelijk leesmethode, staan we eerst stil bij twee essentiële bewustwordingsprincipes; 1. Het herkennen van verstopte divergentie om convergent te gaan differentiëren en 2. Het werken met een jaarplanning voor aanvankelijk lezen in het primair onderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs (cluster4).
Bewust zijn van verstopte divergentie in de methode
Bij divergente differentiatie lopen niveaus uiteen. Goedbedoeld creëer je als leerkracht meer niveaus in je groep. Sterke lezers worden beter en zwakke lezers worden zwakker, doordat ze simpelweg te weinig leeskilometers maken. In veel methodes voor aanvankelijk lezen is deze differentiatievorm uitgewerkt in aanpakken, waarbij zwakke lezers helaas in 90 minuten per dag niet in de buurt komen van de richtlijnen voor leeskilometers per kern. Betere lezers, lezen voldoende. Je raadt al wie er gaan uitvallen? Effectiever is convergente differentiatie. Hierbij maken leerlingen in 90 minuten per dag lezen voldoende leeskilometers passend bij onze richtlijnen, betere lezers mogen voornamelijk lezen uit een boek naar keuze om de leesmotivatie te onderhouden. Zwakke lezers lezen ook de leeskilometers vanuit bovenstaande richtlijn, maar krijgen dagelijks 15 minuten extra leestijd om die leeskilometers te maken. Je komt er al snel achter dat je als school liever gaat investeren in leuke leesboekjes dan in werkboeken.
Planning
Aanvankelijk lezen is een taai analytisch proces wat een enorm beroep doet op het werkgeheugen. Leerlingen moeten er doorheen en het liefst zo snel mogelijk om te kunnen genieten van het lezen van de eerste woordjes en zinnen. Het is dan ook zeer wenselijk om het aanvankelijk leesonderwijs te organiseren in één jaar in zowel het (speciaal)basisonderwijs en speciaal onderwijs cluster 4. Veel scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs hebben met deze aanpak de successen ervaren. Veelal was het eerder een gewoonte om maar 6 tot 8 kernen per jaar te plannen. Het gaat er vooral om niet het aanleren van letters uit te rekken, maar om ze zo snel mogelijk richting directe woordherkenning te brengen, waardoor ze sneller in boeken naar eigen interesse kunnen lezen.
Rooster zeven blokjes van een kwartier per dag
Rooster dagelijks zeven blokken op je rooster met de volgende onderstaande inhoud. Dit model kun je feitelijk over iedere aanvankelijke leesmethode leggen en dan lukt het met iedere methode. Als er maar voldoende en leuke leesboekjes en prentenboeken zijn in groep 3.
Blok 1: Klanken & leeshandelingen
In dit blok worden letters aangeleerd, letters memoriseren, wordt het aan elkaar plakken van letters tot een woord geoefend en staat geheugentraining centraal. Letters worden altijd tegelijk visueel en auditief aangeboden en gekoppeld aan meerdere woorden waarin deze letter zit. De aangeboden letters worden gecategoriseerd opgehangen op een klankbord of klankhuis. Niet alleen medeklinkers, korte klinkers, lange klinkers en tweeklanken, maar ook klankgroepen als /ng/, /sch/, /schr/ en later in het jaar ook klankgroepen als /eer/,/oor/, /eur/. Schrijven van de woorden ondersteunt het lezen, het gaat daarbij niet om het kopiëren, maar het spellen via analyse en synthese. De motorische handeling geeft een extra stimulans aan de klanktekenverbinding in de hersenen.
Blok 2: VOOR-voor-koor-door
Wij lezen vanaf dag 1 vanuit een context. De methode geeft aan welke verhalen je gaat lezen. Om leerlingen bekend te maken met het verhaal, lees je de tekst in een vlot tempo en met de goede intonatie in zijn geheel voor. Dit is de eerst VOOR. Ze beleven even een totaal verhaal en weten dat het ergens over gaat. Zo kan de context later ondersteunend zijn bij het synthetiseren van de klanken tot woorden.
Bij de tweede keer voor lees je hooguit twee tot drie zinnen voor op een aangenaam klinkend spreektempo. Twee á drie zinnen zijn namelijk net iets teveel om het na te kunnen zeggen. Als je maar een regel doet gaan zwakke lezers niet lezen, maar zeggen je gewoon na. Dan komt koor: de leerkracht leest samen met de leerlingen dezelfde twee a drie regels hardop. Ze maken nog gebruik van wat ze net hebben gelezen.
Als laatste volgt door: alle leerlingen lezen hardop dezelfde 2 a 3 zinnen. De leerkracht gaat weer verder met voor van de volgende 2 tot 3 zinnen enzovoort. Veelal zijn de aangegeven pagina’s in de methode te weinig voor 15 minuten, neem dan ook gerust andere leesboekjes erbij van die dag om middels voor-koor- door te lezen.
Blok 3: Duo-lezen
Het leesvoer uit het tweede blok is nu goed voorbereid. De leerlingen gaan dezelfde teksten en mogelijk woorden nog eens in tweetallen lezen. Om de beurt lezen ze één regel. De ene leerling wijst bij en de andere leest hardop. Zo moeten ze allebei actief blijven. Als je ze langere stukken laat lezen, is de kans dat de leerling niet leest groter. Bij leerlingen die ruzie blijven maken over wie er aan de beurt is, helpt het om de regels te markeren. Bijvoorbeeld de ene leerling leest de gele regels en de ander de groene regels.
Blok 4: Zelfstandig lezen
Elke dag gaan leerlingen zelfstandig lezen. Laat leerlingen hier vooral zelf kiezen en denk hierbij vooral aan het laten lezen van prentenboeken of junior informatieboeken. Zeker vanaf de kerst. Prentenboeken zijn feitelijk op een te hoog AVI-niveau geschreven. Echter leerlingen maken juist gebruik van de context en moeilijke woorden komen frequent terug. Leerlingen ervaren al snel dat ze woorden met drie lettergrepen kunnen lezen en beleven vooral plezier omdat ze nog genieten van de verhalen in prentenboeken. Hele zwakke lezers mogen ook kiezen voor de tekst die ze zojuist in duo’s hebben gelezen nogmaals te lezen, omdat ze het nu alleen kunnen. Zo maken ze toch kilometers en dit “repeated” karakter stelt ze in staat om te lezen en geeft zelfvertrouwen.
Het is essentieel dat de inhoud van kwartier 1, 2, 3 en 4 vanwege het “repeated” karakter wel in deze volgorde worden gepland op het dagrooster. Het hoeft niet aan elkaar, maar wel in deze volgorde. De inhoud van kwartier 5 en 6 kun je overal tussen plannen.
Blok 5: Creatief schrijven en spelling
Schrijven is erg ondersteunend aan het lezen. Tijdens kern 1 t/m 4 staat drie keer per week creatief schrijven centraal en twee keer per week spellen. Na kern 4 draaien we dit om. Tijdens kern 1 en 2 zijn dit letterdicteetjes. Vanaf kern 4 neem je de leerlijn spelling als basis voor het aanbod van de spellingcategorieën. Biedt leerlingen altijd eerst het juiste klankbeeld aan. Leerlingen gaan ervaren dat spelling goed luisteren is. Vervolgens maken leerlingen een visueel dictee van 10 tot 15 woorden van één categorie, gevolgd door een auditief dictee. Dit kan met de leerkracht, maar veel leuker is dit in tweetallen (dictweetje). Nadat je een categorie drie keer afzonderlijk hebt aangeboden, volgt de volgende categorie. Twee keer per week doe je een dictientje. Hierbij bied je tien woorden aan van alle eerder aangeboden categorieën door elkaar, zodat leerlingen de verschillende klanken leren uitluisteren.
Blok 6: Voorlezen
Om te ervaren dat je kunt genieten van lezen, en dat er verschillende soorten boeken bestaan, is het essentieel dat we dagelijks 15 minuten voorlezen uit boeken met rijke taal.
Blok 7: Pre- en reteaching als extra
Dit blok wordt aan het einde van dag gepland of in ieder geval na blok 1 tot en met 4. Hierin wordt dagelijks herhaald wat de leerkracht wil herhalen vanuit blok 1 of 2. Indien ze beide nog extra aandacht verdienen, kun je zeven minuten letters memoriseren en 7 minuten VOOR-voor-koor-door lezen. Indien beide blokken goed zijn verlopen, mogen de zwakke leerlingen hier met elkaar nog een keer duo-lezen uit een boek naar keuze.
Geïnteresseerd hoe u dit organiseert?
Veel scholen bereiken goede resultaten met één studiemiddag en twee coaching momenten. Voor vragen en informatie kun je mailen naar;
- Audrey Machielsen (Senior Onderwijsadviseur) advies@aumac.nl
- Guyanne van der Horst (Senior Onderwijsadviseur) jomagi.educatief@gmail.com
Bronnen
- Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling 2.0 (2013).Originele versie protocol © 2006 L. Blomert (Cognitieve Neurowetenschap, Faculteit Psychologie, Universiteit Maastricht). De ontwikkeling van dit protocol werd begeleid en financieel ondersteund door het College voor Zorgverzekeringen: CVZ project nr. 608/001/2005 2 Herziene versie protocol © 2013 Nationaal
- Referentiecentrum Dyslexie (NRD).Houtveen,A.A.M, Brokamp, S.K.& Kunst, J.J.(2019). Doelgericht Werken aan Opbrengsten. Herziene versie. Systematisch Werken aan Verbetering van het Onderwijs bij Aanvankelijk en Voortgezet Lezen. Hogeschool Utrecht.
- Inspectie van het Onderwijs. (2019). De Staat van het Onderwijs. Onderwijsverslag 2019. Utrecht: Inspectie van het onderwijs.