Aumac Onderwijsadvies

Kansen voor het begrijpend leesniveau

Opvallende patronen in het leesaanbod.

begrijpend leesniveau

Al enige tijd weten we dat begrijpend lezen eigenlijk geen vak is. In een talige wereld is het wel essentieel om teksten te begrijpen. Hiervoor hebben leerlingen denkgereedschap nodig. Dit bouwen ze enerzijds op door zelf teksten te schrijven. Tevens hebben leerlingen een flinke bagage aan woordenschat nodig en moeten ze zinsrelaties kunnen doorzien. Op 30 scholen namen we het niveau van aanwezige kinderboeken eens onder de loep. Wat bleek; het niveau van de kinderboeken waaruit leerlingen mogen kiezen is te laag, en het aanbod voor leeszwakke leerlingen is dramatisch laag of ontbreekt zelfs. Gelukkig bieden de patronen die opvielen ook mooie kansen voor het verhogen van het begrijpend leesniveau.

De rol van de leerkracht

Lekker lezen in mooie kinderboeken is de beste manier om je woordenschat van een kind te vergroten. Auteurs gebruiken rijke taal en leggen de betekenis van moeilijke woorden op meerdere manieren uit, binnen de context van het verhaal. Leerlingen vergroten hun woordenschat al door ongeveer 25 boeken per jaar te lezen uit 5 tot 10 verschillende genres. De leerkracht speelt hierbij een grote rol en is de aangewezen persoon, naast de ouders/opvoeders, om kinderen – weer – te leren houden van boeken. Want boeken lezen behoort helaas niet meer tot het natuurlijke gedrag van leerlingen.

Kansen voor het begrijpend leesniveau 1

Scholen die werken vanuit de principes van List (Lees Interventie-project voor Scholen met een Totaalaanpak), weten dat ze leerlingen in korte tijd weer met plezier aan het lezen kunnen krijgen. Dit door veel aandacht te besteden aan boekreclame, zelf leesplezier uit te stralen en door zelf ook lekker te lezen in een kinderboek. Zo ervaren leerlingen zelf hoe leuk lezen kan zijn.

Niveau van de boeken te laag

Het niveau van de boeken die leerlingen lezen, is essentieel om ze in aanraking te brengen met een rijke, leeftijdsadequate woordenschat en uitdagende zinsrelaties. Dit betekent dat leerlingen in groep 3 en 4 mogen lezen uit A-boeken en prentenboeken. Leerlingen uit groep 5 en 6 gaan lekker lezen uit B-boeken. En voor groep 7 en 8 zijn C-boeken en aantrekkelijke prepuberboeken passend leesvoer.

Bij 29 van de 30 scholen valt op dat de C-boeken en prepuberboeken slechts minimaal aanwezig zijn en in sommige gevallen zelfs ontbreken. Hier lezen leerlingen in groep 5 en 6 nog vaak in A-boeken en groep 7 en 8 in B-boeken. Het lezen in het lage niveau van de aanwezige boeken zorgt er onder andere voor dat het begrijpend leesniveau daalt. Want doordat het niveau van de aanwezige boeken simpelweg te laag is, ontwikkelt de woordenschat en het doorzien van zinsrelaties zich te weinig. Leerlingen stimuleren om leuke kinderboeken te lezen op een rijker en leeftijdsadequaat niveau biedt hun de kans om hun woordenschat verder te ontwikkelen en mentale modellen te bouwen vanuit moeilijkere zinsrelaties. Dit helpt ze om andere teksten eenvoudiger te begrijpen.

Kwaliteitseisen voor prentenboeken

In groep 1-2 werden de aanwezige prentenboeken getoetst aan de kwaliteitseisen behorende bij de principes van LIST. Veel prentenboeken vielen af op de volgende punten:

  1. Het taalniveau is onvoldoende rijk aan uitdrukkingen, beeldspraak en sensorische taal.
  2. Een sterke verhaallijn ontbreekt.
  3. De prenten ondersteunen te weinig de betreffende woorden en beeldspraak.
Klokkijken

Hierdoor kunnen we stellen dat de woordenschat al op jonge leeftijd te weinig wordt gestimuleerd door een gebrek aan kwalitatieve prentenboeken. Er zijn wel veel prentenboeken aanwezig, maar veelal voor de doelgroep twee- en drie jarigen met weinig uitdrukkingen en beeldspraak. Op sommige scholen kwam dit door onwetendheid en door het goedbedoelde idee om leerlingen niet met moeilijke taal lastig te vallen. De scholen die dit aanpasten, zagen al snel een grotere betrokkenheid van hun leerlingen. Wat blijkt: leerlingen hebben helemaal geen moeite met deze rijke taal. Want in een kwalitatief goed prentenboek verheldert de prent samen met de context heel veel.

Patronen in het aanbod voor leeszwakke leerlingen

boeken begrijpend lezen

Om teksten te kunnen begrijpen, is het essentieel dat technisch je leesniveau op peil is. Extra lezen biedt de leerlingen die ‘leeszwak’ zijn de kans om op niveau te komen. Voor hen is het dan ook goed als ze vier keer per week een kwartier extra hardop te mogen lezen. Deze tijd komt boven op de basisleestijd van 5 x 30 minuten per week in groep 4 tot en met 8. Dit aanbod noemen we zorgniveau 2.

Opvallend is dat op 24 van de 30 scholen deze extra leestijd (4 x 15 minuten per week) niet wordt geboden. In plaats daarvan lezen deze leerlingen in de basisleestijd op een lager niveau of lezen ze juist te veel op woordniveau. Juist voor deze leerlingen is het zo belangrijk dat zij teksten lezen die ze inhoudelijk leuk vinden, zonder het niveau van de tekst te verlagen. Wanneer je het tekstniveau van leerlingen wel verlaagt, bied je hun, hoe goedbedoeld ook, juist minder de kans om beter te gaan lezen. En ook hun woordenschat en leesplezier zal zich zo minder goed ontwikkelen.

Op de 6 scholen waar wel extra leestijd wordt georganiseerd, zien we op 4 scholen hetzelfde patroon. De leerlingen krijgen weliswaar extra leestijd, maar lezen vaak op een dramatisch laag niveau. We zien hier leerlingen in groep 7 en 8 met een leesachterstand in A-boeken lezen. Leerkrachten geven aan bang te zijn dat ze een leerling overvragen met een tekst op de ontwikkelingsleeftijd van het kind. Echter, een kind dat een tekst echt wil lezen, kan hem met een beetje extra ondersteuning wel lezen.

Leerlingen die op een te laag niveau extra lezen, gaan helaas niet beter lezen en gaan lezen al snel als minder leuk ervaren. Je vergroot het gevoel dat lezen stom en saai is. Het is zo belangrijk om hen plezier in lezen te geven met rijke boeken die bij de beleving van het kind passen, waardoor ook de woordenschat adequaat mee ontwikkelt. Mooie kansen voor het begrijpend lezen.

Bij 3 scholen lezen de leeszwakke leerlingen tijdens de extra leestijd geheel in stilte. Voor een leeszwakke leerling is dit een uitgesproken kans om net te doen alsof ze lezen. Leeszwakke leerlingen hebben het nog echt nodig om hardop te lezen. Onder AVI E4 instructie is voor-voor-koor-door-een effectieve ondersteuningsvorm binnen de extra leestijd. Vanaf E4-beheersing kunnen deze leerlingen stillezen in de basistijd en lekker duo-lezen uit een zelfgekozen boek in de extra leestijd. En dus niet slechts passend bij het lage technisch leesniveau.

Scholen die het aanbod van de boeken verhoogde en zorgniveau 2 organiseerde in schooljaar 2020/2021 zagen direct een stijging van tussen de 10-20% in de begrijpend leesresultaten zonder dat ze iets in het aanbod van het begrijpend lezen anders deden. Een zeer simpele interventie om de begrijpend leesresultaten te verhogen.

Kansen en conclusies

We kunnen dus wel stellen dat het voor scholen zeer belangrijk is om leerlingen van alle niveaus leesplezier bij te brengen. Want door het lezen van talig rijke boeken die bij de beleving van het kind passen, zal de woordenschat zich adequaat mee ontwikkelen. Dit vormt een mooie kans voor het begrijpend lezen.

Dus laten we in groep 3 en 4 mooie A-boeken en prentenboeken promoten, in groep 5 en 6 verder lekker lezen uit de beste B-boeken. Groep 7- en 8’ers weer echt kunnen genieten van een spannend C-boek of al op natuurlijke wijze zijn doorgestroomd naar passende prepuberboeken.

Scholen die het niveau van het aanbod van de boeken verhoogden en zorgniveau 2 organiseerden in schooljaar 2020/2021, zagen direct een stijging van tussen de 10-20% in de begrijpend leesresultaten. En dit alles zonder dat ze iets in het aanbod van het begrijpend lezen aanpasten. Een zeer simpele interventie om de begrijpend leesresultaten te verhogen.

Audrey Machielsen, december 2021