Al jarenlang zie ik wandelend door scholen erg veel time timers op het digibord tijdens de lessen in groep 4 tot en met 8. Als ik op al die scholen vraag of leerlingen goed kunnen klokkijken, reageren leerkrachten meestal met: “Nee, dat kunnen ze tegenwoordig echt niet meer”. Zijn we er voldoende van bewust dat dit zeer eenvoudig te veranderen is?
Leerkrachten geven aan dat leerlingen het klokkijken niet goed beheersen. Dit wordt vaak gecompenseerd met extra werkbladen over klokkijken en het kopiëren van deze extra werkbladen is voor leerkrachten een extra handeling.
Kleuters krijgen inzicht in de tijd door het gebruik van een time timer die een aflopende tijd laat zien. Kleuters kunnen immers nog niet klokkijken. In groep 3 leren leerlingen klokkijken. Eerst leren ze hele uren en dan halve uren. In groep 4 leren ze ook kwartieren en zo leren ze steeds meer over de klok. Ze leren dit vaak aan met een oefenklokje en daarna in het werkboek. Interessant is dat in deze klassen toch dagelijks, tijdens de verwerkingsmomenten, de time timer wordt ingezet. Als ik leerkrachten vraag waarom ze dit doen, is het antwoord simpelweg “Inzicht geven in de tijd”. Maar deze kinderen hebben toch net leren klokkijken? Waarom maken we zo weinig gebruik van een klok in de dagelijkse routines en gebruiken we het instrument voor kleuters ervoor in de plaats? Op die vraag volgt heel vaak het antwoord: “Omdat we dat zo hebben afgesproken”.
Tijdens willekeurige lessen wordt de verwerkingstijd in groep 4 tot en met 8 vaak inzichtelijk gemaakt met een time timer in plaats van een analoge en/of digitale klok in de digisoftware. Hierdoor leren we, al dan niet bewust, het klokkijken af. Eenvoudigweg omdat we een kleuterinstrument inzetten, waarbij we alleen de tijd zien aflopen en leerlingen niet stimuleren zelf de analoge of digitale klok te lezen. Het gebruik van hele uren, halve uren, kwartieren en veel gebruikte termen zoals ‘ kwart voor’ en ‘ tien over’ verliezen daardoor betekenis voor leerlingen door ze niet te gebruiken in de praktijk, maar te vaak alleen theoretisch op papier.
Door slechts drie tot vijf keer per dag in de routines van de dag daadwerkelijk een klok te gebruiken in plaats van een time timer, leren leerlingen veel beter klokkijken. Ze gebruiken dan immers de klok waarvoor hij bedoeld is. Veel leerkrachten vinden dit een eye-opener, een eenvoudige aanpassing in de digisoftware en vinden het fijn dat het minder werk oplevert. Deze scholen geven aan dat de vaardigheid van het klokkijken binnen drie weken weer op orde is bij alle leerlingen.
.
Tevens wordt het denken in tijdsprongen op veel scholen, vaak goedbedoeld en onbewust, overgenomen door leerkrachten. Bijvoorbeeld: “We werken 20 minuten en dan is het 5 over half elf” in plaats van : “Jullie hebben 20 minuten de tijd om dit te maken. Jullie weten dus hoe laat we stoppen”. Door het gebruik van een echte klok worden leerlingen gestimuleerd om actief bezig te blijven met het aflezen en begrijpen van de tijd. Dit helpt hen niet alleen bij het onderhouden van klokkijkvaardigheden, maar ook bij het begrijpen van tijdsconcepten en het plannen van activiteiten.
Het is dus belangrijk om kinderen al op jonge leeftijd vertrouwd te maken met het echt gebruiken van klokken in de praktijk en hen regelmatig te laten oefenen met het aflezen ervan. Door deze eenvoudige, dagelijkse routineverandering in het gedrag van leerkrachten, kunnen we ervoor zorgen dat leerlingen het klokkijken automatiseren en deze essentiële vaardigheid behouden voor hun verdere leven.
Geschreven door: Audrey Machielsen Med, senior onderwijsadviseur Aumac Onderwijsadvies.